Jonge onderzoekers presenteren onbekende geschiedenis van Brabant
Over koloniale handel en slavernij en de nauwelijks zichtbare mens achter de negentiende-eeuwse landloper
’s-Hertogenbosch – 20 september 2024. “Een zeer leerzame ervaring, dit fellowshipprogramma. Het gaf mij de kans om zelfstandig een onderzoeksproject op te zetten en uit te voeren. Het was ook inspirerend om in contact te komen met andere onderzoekers en geïnteresseerden.”
Aan het woord is Joris Martens (29). Hij is een van de onderzoekers met een beurs die op 19 september 2024 tijdens de ‘Historische dag’ zijn onderzoeksresultaten mocht presenteren aan de ruim honderd belangstellenden op de Bossche Citadel. BHIC fellows zijn jonge onderzoekers die de kans krijgen om met een beurs gedurende vijf maanden onderzoek te doen in de archieven van het Brabants Historisch Informatie Centrum (www.bhic.nl/fellowships).
Martens: “Mijn onderzoek heeft aangetoond dat de Brabantse textielindustrie al in de zeventiende eeuw verweven raakte met de koloniale handel en slavernij. Zo werd katoen afkomstig van de plantages in Amerika verwerkt in Brabant en omgekeerd werden geweven stoffen afkomstig uit Brabant gebruikt in de ruilhandel op de Afrikaanse kust en verzonden richting de overzeese plantages. In deze koloniale goederenketens speelde ’s-Hertogenbosch een belangrijke rol als doorvoerhaven naar de rest van de Meierij, maar bijvoorbeeld ook richting Luik, Aken en Maastricht.”
Ook onderzoeker Ianthe van Beuningen (27) kijkt met een goed gevoel terug op haar fellowship: “Wat opviel was dat je tijdens je onderzoek eerst vooral tegen veel nieuwe vragen aanloopt, voordat je uiteindelijk de antwoorden vindt. Maar dat is ook juist het leuke aan zo’n proces.”
De focus van haar onderzoek lag op de criminalisering van landloperij in vroeg negentiende-eeuws Noord-Brabant. “Ik keek onder andere naar de doorwerking van de landelijke wetgeving in een provinciaal beleid en de uitwerking daarvan in de strafrechtspraktijk aan de hand van een groep vonnissen afkomstig van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ’s-Hertogenbosch tussen 1813 en 1838.” Wat haar vooral opviel was de grote diversiteit onder de mensen die voor landloperij – wat volgens het toen geldende nieuwe wetboek als strafbaar werd gezien – terecht stonden.
“We zien rondreizende kinderen, weduwes, ambachtslieden, kooplieden, muzikanten, dienstmeiden en daar houdt de lijst absoluut niet op. Voor de rechtbank konden zij worden vrijgesproken of als ‘landloper’ worden veroordeeld. Maar zij waren veel meer dan slechts dit opgeplakte etiket”, vindt Ianthe. “Elk van hen heeft een eigen verhaal. Het is daarom vooral belangrijk om te kijken wat je verder over die personen te weten komt, omdat de beschikbare rechterlijke bronnen (vonnissen en processtukken) ons toch helaas veelal een eenzijdig of versnipperd beeld geven van iemand.”
Nieuwe fellows; Het onderzoek van Joris Martens en Ianthe van Beuningen zit er nu weer op en daarom mochten ze hun uitkomsten aan een volle zaal in het BHIC in ‘s-Hertogenbosch presenteren. Maar er staan ook weer twee nieuwe fellows in de startblokken: Xia van Beuningen en Răzvan Rusu. Beiden presenteerden ze deze middag hun onderzoeksvoorstel.
Tussen huis en haard: Arbeidsmigratie van Brabantse plattelandsmeiden naar de stad, 1940, -50, -60.
Historicus en fellow Xia van Beuningen (24) doet onderzoek naar de ervaringen van Brabantse plattelandsmeisjes in de jaren dertig, veertig en vijftig, die voor langere tijd hun ouderlijk huis verlieten om te werken in de grote stad.
De mensen van Vorstengrafdonk: het woonwagencentrum te Oss in het licht van het Noord-Brabantse woonwagenbeleid tussen 1946 – 2001
Kunsthistoricus en fellow Răzvan Rusu (27) zal een frisse blik werpen op hoe regionaal beleid het dagelijks leven van woonwagenbewoners in Noord-Brabant beïnvloedde.
Naar verwachting zullen Xia en Răzvan hun onderzoek in maart 2025 afronden.
Scriptieprijs Brabantse Geschiedenis
Geschiedenisliefhebbers kwamen deze dag niet alleen luisteren naar de onderzoeksresultaten en -voorstellen van onze fellows. In het ochtend stond ook de ‘Scriptieprijs Brabantse Geschiedenis’ op het programma. Een initiatief van Erfgoed Brabant, de Historische Vereniging Brabant en Stichting Zuidelijk Historisch Contact, waarmee ze de geschiedbeschrijving van Brabant willen bevorderen. De prijs, een geldbedrag van € 1000,-, gaat naar de onderzoeker met de beste masterscriptie over de geschiedenis van Brabant. Die werd vanochtend gewonnen door Seb Verlinden, met zijn masterscriptie Ogen op de Akker. Misoogst en provinciaal graanbeleid in Brabant, 1739-1742, regionale verschillen in kaart. Op de website van Erfgoed Brabant Academie lees je meer hierover
Geïnteresseerd in de eindresultaten van het onderzoek van onderzoekers Ianthe van Beuningen en Joris Martens?*)
Hier ga je naar het onderzoek van Ianthe van Beuningen
Hier ga je naar het onderzoek van Joris Martens
Ook benieuwd naar de nieuwe fellows en hun onderzoeksvoorstellen?
Hier ga je naar het onderzoeksvoorstel van Xia van Beuningen
Hier ga je naar het onderzoeksvoorstel van Razvan Rusu
*) Meteen na de presentatie zijn bij de rubriek ‘Eindproducten’ de eindpresentaties en artikelen van Ianthe van Beuningen en Joris Martens online te vinden. De eindpresentaties van Xia van Beuningen en Razvan Rusu worden verwacht in maart 2025.