Vughtse bezwarencommissie stelt college in het gelijk over Centrum Oost
VUGHT – 21 december 2020. De onafhankelijke Vughtse bezwaarschriftencommissie heeft geoordeeld dat het college de omgevingsvergunning voor het bouwplan Centrum Plan Oost mocht verlenen.
Zij heeft alle bezwaren ongegrond bevonden. De commissie vindt dat het verlenen van de vergunning niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening en adviseert het college de verleende vergunning in stand te laten. Op 15 december besloot het college het advies van de bezwarencommissie over te nemen.
Een deel van de bezwaarmakers is van mening dat het nieuwbouwplan ‘Çentrum Plan Oost’ aan de Marktveldzijde te massaal wordt en dat de hoogte niet aansluit bij het bestaande oude centrum van Vught. De commissie oordeelt dat de hoogte stedenbouwkundig aanvaardbaar is en dat het college heeft laten zien dat het bouwplan niet tot onevenredige hinder voor de omwonenden leidt. Ook stelde de commissie dat de afstand tussen het appartementengebouw Chatelijne en het bouwplan acceptabel is.
Een deel van de bezwaarmakers uitte daarnaast hun onvrede over de beeldkwaliteit in relatie tot het beschermd dorpsgezicht van het centrum. De commissie geeft aan dat deze stelling door de bezwaarmakers niet onderbouwd wordt. De Welstandscommissie heeft eerder al akkoord gegeven op het Centrum Plan Oost. De bezwarencommissie oordeelt dat het college bij de beeldkwaliteit mag vertrouwen op het advies van de welstandscommissie.
Verder waren er nog bezwaren over het toepassen van de zogenaamde ‘kruimelgevallenregeling’. Deze landelijke regeling geeft het college de bevoegdheid om in sommige situaties van het bestemmingsplan af te wijken. Bezwaarmakers vinden dat het college deze procedure niet had mogen toepassen. De commissie oordeelt dat de regels op een juiste wijze zijn toegepast en dat het college heeft laten zien dat het bouwplan ruimtelijk aanvaardbaar is.
Alles overwegende, adviseerde de commissie het college van burgemeester en wethouders om de bezwaren ongegrond te verklaren en het bestreden besluit in stand te houden.