Onderzoeksrapport oud-gynaecoloog Carolus Ziekenhuis: ‘Over de grenzen van betrokkenheid’
Foto: Carolus ziekenhuis (archief 2006)
JEROEN BOSCH ZIEKENHUIS – 9 augustus 2022. In februari berichtte het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) dat oud-gynaecoloog, de heer Nagel, van het toenmalige Carolus Ziekenhuis, zijn eigen zaad heeft gebruikt bij een vruchtbaarheidsbehandeling.
Het JBZ heeft naar aanleiding hiervan een externe onderzoekscommissie – onder leiding van prof. Dr. Braat – ingesteld om inzicht te krijgen in wat er is gebeurd en in welke omvang. Op 9 augustus 2022 heeft de onderzoekscommissie haar rapport ‘Over de grenzen van betrokkenheid’ overhandigd aan het Jeroen Bosch Ziekenhuis, nadat het rapport is toegelicht aan het betrokken donorkind en de familie van de oud-gynaecoloog.
Eén donorkind gematcht
De onderzoekscommissie schetst in haar rapport de feiten en omstandigheden waarin de oud-gynaecoloog werkte. De commissie concludeert dat hij, zoals destijds gebruikelijk, solistisch te werk ging bij vruchtbaarheidsbehandelingen en er tussen collega’s onderling weinig zicht was op elkaars handelen. Tot op heden is één donorkind gematcht aan de oud-gynaecoloog, dit betreft het donorkind dat zich in 2021 heeft gemeld bij het JBZ. Na de oproep van het JBZ aan donorkinderen en ouders met afstammingsvragen om zich te melden, hebben zich 7 mensen gemeld. Dit leverde geen nieuwe matches op.
Unieke zaak van andere omvang dan vergelijkbare cases
Wat de zaak uniek maakte is dat de, op 16 mei 2022 overleden, oud-gynaecoloog nog in leven was bij de start van het onderzoek. Hierdoor was het mogelijk DNA materiaal van de oud-gynaecoloog op te nemen in de KID DNA Databank van Fiom, zodat dit in voorkomende gevallen vergeleken kan worden met dat van donorkinderen. De onderzoekscommissie had tevens de mogelijkheid om de oud-gynaecoloog te vragen naar zijn motieven; zo verklaarde de oud-gynaecoloog dat hij de intentie had om vrouwen te helpen vanuit betrokkenheid.
De commissie schetst dat de zaak van andere aard en omvang is gebleken dan vergelijkbare cases in het land. Dat neemt niet weg dat het handelen van de oud-gynaecoloog ook toen medisch ethisch gezien onjuist was en in strijd met de geldende professionele normen, ook al kwam dat voort uit zijn grote betrokkenheid. Prof. Dr. Didi Braat, voorzitter van de externe onderzoekscommissie: “Elke casus is anders, maar wat voor mij duidelijk is, is dat door solistisch te werken, artsen sneller over de grenzen van betrokkenheid gaan.”
Belangrijke aanbevelingen
In haar rapport geeft de commissie, naast het advies aan het JBZ om in contact te blijven met de familie van de oud-gynaecoloog, ook advies aan diverse andere organisaties die nu of in de nabije toekomst met een vergelijkbare casus te maken krijgen. Zij stelt dat het wenselijk is om op landelijk niveau een proces of procedure in te richten voor dergelijke zaken. “Het is namelijk van belang dat ouders en kinderen met afstammingsvragen weten waar zij met hun vragen terecht kunnen en dat zij geen gesloten deuren tegenkomen in hun zoektocht naar de biologische vader”, aldus de commissie.
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis vindt het belangrijk dat de zaak zorgvuldig is onderzocht door de onderzoekscommissie en dat het rapport duidelijkheid geeft aan alle betrokkenen. Piet-Hein Buiting, voorzitter Raad van Bestuur JBZ: “Ik ben de onderzoekscommissie dankbaar voor het onderzoek dat ze heeft uitgevoerd en de wijze waarop ze alle nuances aan bod laat komen in haar rapport. Het is belangrijk dat alle betrokkenen meer duidelijkheid hebben gekregen. De impact is voor zowel het donorkind als de andere betrokkenen begrijpelijkerwijs groot. We onderschrijven de aanbevelingen.”
Heb je vragen?
Wij realiseren ons dat dit onderzoeksrapport vragen kan oproepen. Mogelijke betrokkenen kunnen met hun vragen en zorgen terecht bij het JBZ. Zij kunnen contact opnemen met het Jeroen Bosch Ziekenhuis via telefoonnummer (073) 553 80 43 (maandag t/m donderdag van 8.30 tot 14.00 uur) of via mail: berichtdonor@jbz.nl